Als er een echte ster in Amerika is, dan is dat wel Jason Isbell. Niet alleen, omdat hij thuis in Green Hill, Alabama, al vier Grammy Awards heeft staan, maar omdat hij wordt omgeven door een aura, die sterren tot mensen maakt, die iets, zo zou je kunnen zeggen, onaards over zich hebben. Slechts weinigen stralen dat uit. In het country-genre en rock ‘n’ roll zou je Johnny Cash en Elvis Presley kunnen noemen. Nu heeft Jason dat. Misschien, omdat hij net als “The Man In Black” ongelooflijk getalenteerd is, maar tegelijkertijd ook gevoelig en kwetsbaar is en bovendien steeds in strijd is met innerlijke demonen.
Jason Isbell was iets jonger dan Cash, toen hij zijn persoonlijk monster in bedwang had. Niettemin blikt ook hij terug op een bewogen leven incl. een mislukt huwelijk (met Shonna Tucker). stukgelopen vroege carrière (met de Drive-By Truckers) en alcohol- en drugsproblemen. Op zijn laatst toen hij in 2013 zijn overvloedig geroemde solo-album “Southeastern” uitbracht, trouwde met violiste Amanda Shires, staan de carrière en het leven van de 40-jarige singer/songwriter en gitarist onder een goed gesternte. Na het met een Grammy gedecoreerde album “The Nashville Sound” (2017) en het een jaar later uitgebrachte opgenomen “Live From The Ryman” kondigt hij zich nu dus weer aan met “Reunions” en zijn bandleden van The 400 Unit. Dat is prima zo! Een stem als die van Jason kan de gek geworden wereld juist nu meer dan ooit gebruiken.
Ja, hij verheft zijn stem. En Hoe! Dat werd al duidelijk aan het begin van februari toen Isbell en zijn band met “Be Afraid” een voorproefje uitbrachten van dit album. “Wees angstig”. Dat klinkt in eerste instantie naar corona-pandemie, naar gevaar en onzekerheid, hoe je van dit virus verlost kunt worden. Daarmee doelt de sombere indie-rocker op een politieke kwestie: “Ik zou niet meer kunnen slapen als ik mijn mond dicht houd”, zei hij al in 2018 tijdens een interview met het magazine Rolling Stone, “als ik het toelaat dat mensen om hun geslacht, ras of seksuele voorkeur worden vervolgd”. In hetzelfde gesprek zei hij ook: “Ik zou graag kunnen zeggen, dat ik heb gedaan wat ik kon. Be afraid, be very afraid, do it anyway, do it anyway” geeft Isbell luid weer in deze track en bedoelt daarmee, dat je voor je mening uit moet komen. Wat er ook gebeurt.
Deze gedachte pakt Isbell meteen op in het openingsnummer: in het zes minuten en veertig minuten durende “What’ve I Done To Help” vraagt de politiek altijd geïnteresseerde zanger zich dit af met rockige en tegen het eind hypnotische klanken. Een sterke, gedurfde track, ook vanwege de geweldige slide-gitaar-solo, die doet denken aan de vroege Allman Brothers c.q. Dickie Betts.
Veel rustiger maar zeker niet zwakker toont Jason zich met zijn band bij de wat langzamere nummers, die vaak voorzien zijn van uitsluitend akoestische instrumenten. In songs als de ballade “Dreamsicle”, waarin hij alle hippies waarschuwt, het evenzo ontspannen als mooie “Only Children” en het mystieke, op een simpele maar schitterend pakkende akoestische gitaar gebaseerde “St. Peter’s Autograph”. Juist in deze song toont de formatie rond Isbell de klasse als er met weinig inspanning een maximum aan gevoel gecreëerd moet worden.
Dat lukt niet altijd bij de op rock georiënteerde tracks. Nummers als het swingende, in de verte herinnerend aan Tom Petty’s “It Gets Easier” en het ontspannen beginnend, maar in het refrein uitbarstende “Running With Our Eyes Closed” klinken wat ‘gewoontjes’. Dit heet solide folk-rock. Inhoudelijk als altijd met extra klasse, maar harmonisch erg voorspelbaar.
Duidelijk sterker uit het robuuste gedeelte manifesteert zich het meer dan vijf minuten durende “Overseas”. Hier doet de band met zwaarmoedige melodieën en hartstochtelijk bespeelde lead-gitaar denken aan Neil Young in zijn “Cortez The Killer”-tijd. Een absolute voltreffer. Zo ervoer Jason dat vermoedelijk ook zelf, want zelden heb je hem met zoveel overgave horen zingen als hier. Over vocals gesproken: David Crosby en Jay Buchanan van de Rival Sons stonden hem tijdens de opnames populaire backing-singers terzijde.
Met de schitterend in 6/8 maat vertolkte akoestische ballade “Letting You Go” beëindigen Jason Isbell en The 400 Unit niet alleen dit volop geslaagde album, maar bewijzen hiermee, dat ze in de traditionele country vaste grootheden zijn. Dat is een extra goed bericht.
Samengevat: Jason Isbell And The 400 Unit presenteren in de tien songs van hun nieuwe album “Reunions” hoogwaardige, van indringende boodschappen voorziene folk-rock, country en americana.
Tracklist:
1. What’ve I Done To Help
2. Dreamsicle
3. Only Children
4. Overseas
5. Running With Our Eyes Closed
6. River
7. Be Afraid
8. St. Peter’s Autograph
9. It Gets Easier
10. Letting You Go
Jason Isbell And The 400 Unit: “Reunions”
Label: Southeastern
Release datum 15 mei 2020
www.jasonisbell.com