Je moet nogal wat lef hebben om een debuut-album de titel “Goldmine” te geven. Tenslotte staat “gold” voor het een en ander: voor succes, voor luxe, voor waardevol en niet in de laatste plaats voor “gouden platen”. Dat de 20-jarige Gabby Barrett voor de coverfoto zich ook nog in een knalgouden jumpsuit hijst, spant wel de kroon.
Welnu, lef heeft Gabby Barrett dus met zekerheid. De uit Munhall, Pennsylvania, afkomstige zangeres heeft immers in het 16e American Idol-seizoen de derde plaats bereikt. Miljoenen hebben haar destijds bekeken tijdens het zingen. Dat moet je wel verwerken. Net zoals de medewerking in een uitsluitend uit afro-amerikaanse leden bestaand gospelkoor. Haar vader heeft haar tot deze stap gemotiveerd. Ze heeft het gemaakt en zich kunnen doorzetten.
Nou ja, doorzettingsvermogen kan de wat klein uitgevallen artieste met de grote stem sowieso niet worden ontzegd. Gabby groeide ten slotte op met nog zeven zussen. Al vroegtijdig was duidelijk, dat zingen haar ‘ding’ is. Met negen jaar begon ze daarmee, op haar elfde trad ze al in shows op, met veertien in het zojuist genoemde gospel-koor won ze haar eerste talentenjacht. Ooit, zo moest het gewoon gebeuren, stond American Idol op de agenda.
Na haar arena-ervaringen in het voorprogramma van top-artiesten als Toby Keith, Keith Urban en Cole Swindell bracht ze in 2019 de single “I Hope” uit, door haar samen met Jon Nite en Zach Kale geschreven nummer. Een independent-uitgave, die echter ontzettend aansloeg. Op Spotify wilden meer dan 80 miljoen muziekfans deze track horen. Natuurlijk liet toen het platencontract niet meer lang op zich wachten. Vermoedelijk heeft Gabby het label zelfs kunnen uitzoeken. Het werd uiteindelijk Warner Music Nashville. De claim voor de goudmijn was afgedekt…
De opmaat van dit 13-delig ‘gouddelverproject’ wordt gevormd door haar vooraf-hit “I Hope”. Goede beslissing, want de track brengt in drie minuten en 31 seconden precies aan het licht waarvoor Gabby en haar muziek staan: voor krachtige, dynamische, klanktechnisch op hoogglans gebrachte country-powerpop. Ook al heeft het productieteam rond Ross Copperman en Zach Kale aan het mixen een heel werk gehad en de potentiemeters flink open gedraaid: voor power zorgt vooral Gabby zelf. Ze is één bundel van energie en bovendien een volbloed-zangeres, die met haar 20 levensjaren al een indrukwekkend repertoire van emotionele uitdrukkingsmogelijkheden heeft. En: ze kan tevens componeren, want bij twaalf van de dertien tracks was ze daarbij betrokken.
Het is duidelijk, dat ze tenminste de huidige versie van de Nashville-sound in zich heeft. Maar minstens precies zo is ze thuis in R&B. Zo intoneert ze met minder ‘twang’ in haar stem dan haar meeste country-collegae, maar des te meer met een hip, black-music geschikt timbre. Wat de sierlijke nieuwelinge vocaal in huis heeft, laat ze terloops horen in de song “Hall Of Fame”. In de akoestisch beginnende, maar later groots uitgevoerde country-pop laat ze haar stem tussendoor tot het allerhoogste stijgen. Een klank uit het fluitregister, zoals je die alleen in de ’70-er jaren hoorde van Minnie Ripperton en 20 jaar later van Mariah Carey. Dat ze het enkel en alleen bij de aankondiging van deze circusachtige vocale prestatie gebruikt, spreekt voor haar en haar team.
Nou ja, het is maar een effect. Men zal dit waarnemen en erover spreken en men zal haar daarom ook bewonderen. Maar om die reden koop je dit album niet, daar komen nog andere argumenten bij en die biedt ze rijkelijk in het verloop van de 13 song-goudstukken omvattende CD.
Bijv. “Write It On My Heart”. Bij deze track, die aan Kelly Clarkson doet denken, grijpen zij en haar producers met beide handen in de akoestische lijst met trucs en brengen een moderne country-pop-track met maximale dynamiek: kopstem, gefluister, smachten en dan weer vol het gas erop. Opnieuw: haar power is indrukwekkend, maar soms ook iets teveel, zoals bijv. bij de titeltrack. Terwijl de coupletten nog met half aangetrokken handrem worden gebracht, gaat het er bij het refrein weer vol tegenaan. Nou ja, vanaf Rascal Flatts ken je dat in Nashville.
Niettemin ben je blij als Gabby haar energie wat laat varen. Zoals bij het van Keltische melodieën voorziene country-pop-nummer “The Good Ones”, het bijna traditioneel gearrangeerde “Jesus And My Mama” en bij de passende titel “Strong”. Hier valt het instrumentale arrangement van de song goeddeels spaarzaam uit (maar weinig slimme keyboard-akkoorden vormen het fundament) ,wat de aanwezigheid van Gabby nog meer accentueert.
Opdat er niets fout gaat, laat de ‘gouden’ Gabby nog een paar special-guests opdraven: bij de rustig startende en later natuurlijk bombastisch oplopende gospel-ballade “Got Me” staan Shane & Shane haar terzijde. Bij de laatste song, de CD-toegift, interpreteert ze haar openingsnummer “I Hope” samen met popzanger Charlie Puth. Je mag drie keer raden wie bij deze samenwerking altijd in het middelpunt staat.
Samengevat: jong, zelfbewust en getalenteerd. Gabby Barret bewijst met “Goldmine”, dat je met haar in de country-pop rekening moet houden.
Tracklist:
- I Hope
- Thank God
- Write It On My Heart
- Footprints On The Moon
- You’re the Only Reason
- Goldmine
- The Good Ones
- Jesus And My Mama
- Hall Of Fame
- Got Me (feat. Shane & Shane)
- Rose Needs A Jack
- Strong
- I Hope (feat. Charlie Puth)
Gabby Barret – “Goldmine”
Label: Warner Bros. Nashville
Release datum: 19 juni 2020