Het is de laatste jaren wat gecompliceerd geworden met genre-aanduidingen. Wat is nog country? Wat is pop of rock? En waarvoor staat het mengelmoesje americana eigenlijk? Ashley McBryde beantwoordt deze vragen met haar tweede Warner-Nashville-album “Never Will” helder en duidelijk: met een album, dat veel onder één hoedje vangt en desondanks altijd homogeen en authentiek klinkt.
Dat spreekt voor haar. Voor haar als artieste en als iemand, die weet, wat ze wil. In een interview werd ze op de verscheidene stijlen op dit album aangesproken. Ze gaf toe, dat ze er in eerste instantie niet zeker van was, of deze toch verschillende songs op één CD zouden samengaan. Uiteindelijk bekende ze: “Dat doen ze. Dat noem je bandbreedte en dat maakt iemand pas compleet. You just don’t make a rock-record. You just don’t make a country-record. You make your record”. We snappen het…
Met “Hang In There Girl” begint ze vooralsnog met dit album zoals je haar kent: stevig, mouwen opgestroopt, eerlijk, robuust en tegelijkertijd subtiel. Een oersolide country-rocker zonder opsmuk. Een song, die duidelijk maakt, dat je met een klassieke band, pakkende melodieën en een intelligent verhaal nog altijd nummers zonder houdbaarheidsdatum kunt brengen. “Hang In There Girl” behoort tot de songs, die je al generaties lang gehoord hebt, die je nu, als de mensen niet totaal achterlijk worden, ook over 100 jaar nog hoort.
Zo zelfverzekerd het begin van haar tweede album ook mag zijn, de track is niet maatgevend voor de volgende tien. Dat wordt al duidelijk bij het daaraanvolgende “One Night Standards”. Naast het geniale woordenspel overtuigt de meer rustige, in country-pop vertolkte song door een geheimzinnige atmosfeer en door de aangekondigde sounds, die totaal in contrast staan met de veeleer ruwe stem van Ashley en daarmee voor de bijkomende wrijving zorg dragen. Producent Jay Joyce, die ook verantwoordelijk was voor haar debuut, kan zich hier wederom bewijzen als geniale ‘studio-rot’.
Dat geldt nog meer voor het aansluitende “Shut Up Sheila”. Met deze even zo originele als brutale slagzin begint Ashley meteen, gegarneerd met nogal wat studio-techniek, zoals: synthie-loops, phasing en drum-computer. Een akoestische gitaar als dragend instrument zorgt voor de aardse tegenpool. Net als de hartverwarmende natuurgeweld-stem van de 36-jarige uit Arkansas. Maar pas op. Zo begint de song, maar die eindigt volledig anders. Al na een minuut vindt er een dynamische versnelling plaats. eerst nog voorzichtig en terughoudend. Je merkt echter: er komt nog meer. Na twee minuten krijgt het door Nicolette Hayford en Charles Chrisholm geschreven nummer een heel andere drive, een volledig andere punch. Plotseling zagen er messcherpe gitaar-rifs door het hout, de drums gaan heftig tekeer en een gitaarsolo doet je denken aan stadion-rock.
Uit heel ander hout is de volgende song gesneden. Je zou kunnen zeggen : uit retro-hout. Want “First Thing I Reach For” is met pedal-steel en banjo in de 90-er jaren-country-traditie gehouden. Wie ooit Wyonna, Martina McBride of Mary Carpenter heeft gemogen, zal ook gecharmeerd zijn van deze track, en vermoedelijk meer van dit soort songs wensen.
Misschien hebben diegenen ook wel problemen met de volgende track “Voodoo Doll”, want met een ‘donderend’ refrein laat de zangeres zich van haar meest rockige kant zien. Een track, die ook niet zou misstaan bij Kelly Clarkson of P!nk.
Wie wil weten, wat Ashley allemaal vocaal en qua uitdrukkingskracht heeft te bieden, kan beter luisteren naar wat rustigere door akoestische instrumenten gedomineerde songs als “Sparrow” of vooral naar het wonderschone “Stone”. Hier komt de kunst van deze buitengewone artieste het duidelijkst tot uiting. Maar zoals Ashley al zei, horen er meer facetten bij haar. Daaronder ook, en dat is verrassend, een subtiel glamoureuze expressie van haar persoonlijkheid. In het nummer “Martha Divine” doet ze denken aan de onverschrokken country-pop van de vroegere Shania Twain. Een leuke song. Niet meer en niet minder en daarmee de kwaliteits-uitglijder van dit album.
Aan het einde van dit album rijgt ze nog eens twee muziekstijlen samen. De hartverwarmende rockende titeltrack en de sound- en rap-schermutselingen van “Styrofoam”. Ja, je leest het goed, Ashley McBryde wijdt een song aan de bouwstof piepschuim. Zo origineel als het thema is ook de implementatie: zelden gingen modern en traditie mooier hand in hand dan hier.
Samengevat: Ashley McBryde brengt met “Never Will” een veelzijdig , afwisselingsrijk en kwalitatief hoogwaardig album uit, dat nauwelijks zwakke punten kent.
Tracklist:
- Hang In There Girl
- One Night Standards
- Shut Up Sheila
- First Thing I Reach For
- Voodoo Doll
- Sparrow
- Martha Divine
- Velvet Red
- Stone
- Never Will
- Styrofoam
Ashley McBryde: “Never Will”
Label: Warner Bros. Nashville
Release datum: 10 april 2020