Volgens John Carter Cash, Johnny’s zoon en executive producer van deze CD, had de man altijd al een zwak voor orkest-sounds. Toen de twee aan het begin van de ’80-er jaren in de bioscoop zaten om James Bond in “Goldfinger” te bekijken, zou vader zijn zoon hebben toegefluisterd: “dat is het beste orkest van de wereld, dat is het Royal Philharmonic Orchestra”. Zo’n 40 jaar later sluit de kring zich: Johnny Cash met 12 country-classics en het Royal Philharmonic Orchestra.
Hoe moet je jezelf zoiets voorstellen? Eigenlijk is dat niet zo moeilijk, als je zoals John Carter Cash de mogelijkheden en toegang hebt tot de mastertapes van de Cash-back-catalogus. Je neemt dus de sporen van het vocale gedeelte en de sporen van de backingband, brengt daaroverheen een nieuw uitgeschreven orkest-arrangement aan en hult de muziek van de country-icoon in een nieuw sound-jasje. Menig purist (iemand die de pure vorm het liefst behoudt) zal hierbij zijn of haar voorhoofd fronsen en spreken van ‘artistieke lijkenpikkerij’ en het ongeremd op de markt brengen van een muzikale erfenis. Wie deze zaak wat luchtiger opneemt en de morele lat wat minder hoog plaatst, zal aan deze twaalf songs plezier beleven.
Zeker omdat de keuze van de songs absoluut geslaagd is. Die toont de country-superstar zijn hele carrière en van verschillende muzikale kanten en biedt desondanks enige van zijn onmisbare trademark-songs. Eén daarvan opent de serie van songs: “Man In Black”. Anno 1971 was dit niet alleen de titelsong van het gelijknamige album, de eigen compositie werd ook een soort moderne en filosofische guideline van de artistieke individualist. Zolang de wereld is als die is, wilde hij alleen nog gekleed gaan in het zwart en daarmee in de rouw zijn. De nieuwe versie staat daar haaks op. De wonderschoon klinkende snaren van de strijkers van het Royal Philharmonic Orchestra brengen daadwerkelijk nieuwe en bovendien zeker opbouwende klanken teweeg in het arrangement van dit nummer. En al spoedig blijkt: het werkt. De band om gitarist Carl Perkins, bassist Steve Pearce en drummer W.S. Holland heen harmoniëren verbazingwekkend goed met de fakkeldragers van dit legendarische britse orkest.
Dat John Carter Cash en zijn beide producer-collega’s Don Reedman en Nick Patrick niet alleen maar bewezen evergreens uit de Cash-catalogus opnieuw wilden uitbrengen, is een juiste beslissing. Genoemd kunnen worden vooral het ierse ontroerende stuk “Galway Bay”, waarbij Johnny Cash zijn keltische roots huldigt, het minder spectaculaire uit de ’80-er jaren stammende en pas in 2006 postuum uitgebrachte “I Came To Believe”, alsook het door J. Hubard geschreven “A Thing Called Love”. In deze nummers valt de in de londense Abbey Road-studio’s opgenomen orkest-toevoeging niet zo zeer op. Het klinkt homogeen, natuurlijk en misschien zelfs precies zoals Johnny Cash het gewild zou hebben.
Dat violen en cello’s echter zich zo vlekkeloos zouden voegen in de boegbeelden van de Cash-erfenis, is wat meer verbazingwekkend. Maar: ze doen het wel. Of “I Walk The Line”, “The Gambler” (Johnny Cash heeft de song overigens voor Kenny Rogers opgenomen) of “Ring Of Fire”: het gaat goed samen, biedt luistergenot en is hartverwarmend. Dat geldt vooral voor vier songs, waarbij een wederhoren met heel speciale Cash-vertrouwelingen aan bod komen: één daarvan is een zekere Bob Dylan. Bij de compositie van Dylan “Girl From The North Country” van diens album “Nashville Skyline” , treffen de twee zo verschillende stemmen elkaar en voegen zich, door het orkest aangevuurd, samen op een ondoorgrondelijke manier.
Hetzelfde geldt voor de Kris Kristofferson-song “The Loving Gift”, die hij natuurlijk met de liefde van zijn leven, June Carter Cash, in 1973 zong en ook voor de Jimmy Webb-compositie “Highwayman”, die Cash in een kring van zijn vrienden Willie Nelson, Waylon Jennings en Kris Kristofferson [The Highwaymen] toont. Volgens info van de pers zou Jimmy Webb door de nieuwe opnamen met orkest hoogst aangedaan zijn: “Het klinkt absoluut imposant” moet hij tevens gezegd hebben.
Dat geloven we graag en twijfelen er ook niet aan, dat hij met de nieuwe vertolking van “Farther Along” een lang gekoesterde droom van gitaar-legende Duane Eddy vervult, die het liefst in de band van Johnny Cash zou hebben gespeeld. Dat de door zijn surf-sound beroemde gitarist dat zeker zou hebben gekund, toont de nieuwe interpretatie van het traditioneel aan.
Over het nu uitgekomen album “Johnny Cash And The Royal Philharmonic Orchestra” zegt John Carter Cash: “De diepe stem van mijn vader had in zekere mate zelf al iets orkest-achtigs”. Hij denkt te weten, dat zijn vader “ten zeerste verheugd zou zijn geweest dit album in deze vorm te realiseren”. Dat staat…
Samengevat: de orkest-outfit staat de Johnny Cash-songs verbazingwekkend goed, zoals “Johnny Cash And The Royal Philharmonic Orchestra” bewijst. Puristen zullen niettemin hier gepikeerd over zijn.
Tracklist:
- Man In Black
- Galway Bay
- Girl From The North Country (Bob Dylan with Johnny Cash)
- I Came To Believe
- A Thing Called Love
- The Loving Gift (with June Carter Cash)
- I Walk The Line
- Farther Along (featuring Duane Eddy)
- Flesh and Blood
- The Gambler
- Ring Of Fire
- Highwayman (The Highwaymen: Willie Nelson, Waylon Jennings, Kris Kristofferson, Johnny Cash)
Johnny Cash – “Johnny Cash And The Royal Philharmonic Orchestra”
Label: Columbia Nashville / Legacy
Release datum: 13 vovember 2020